Een gesprek met Hans Polet, wetenschappelijk directeur bij ILVO, het INSTITUUT VOOR LANDBOUW-, VISSERIJ-EN VOEDINGSONDERZOEK
Hans Polet is landbouwingenieur van opleiding. Hij begon zijn carrière in 1990 met technisch visserij-onderzoek. Sinds 2012 is Hans wetenschappelijk directeur van het ILVO, en spitst hij zijn onderzoek vooral op visserijtechnieken, visbestanden, aquacultuur en milieu.
Hoe zou u de evolutie van de visbestanden in de Noordzee omschrijven?
Sinds 1990 is de situatie van de visbestanden in de Noord-Oost Atlantische regio zeer sterk verbeterd. Het is belangrijk om dit positieve verhaal te benadrukken, want dit komt te weinig in het nieuws. Alle visbestanden in onze regio zijn er de afgelopen twintig jaar op vooruitgegaan. De toestand leek nochtans in de jaren 90 vrij dramatisch. Men had niet verwacht dat er op zo’n korte tijd zo’n grote verbetering zou zijn. Dit toont echter aan dat zaken drastisch kunnen veranderen en verbeterd worden als de wil er is.
Lokaal kan er evenwel sprake zijn van zware bevissing, zoals de laatste jaren voor onze kust waardoor op bepaalde plekken de visbestanden onder druk staan.
Hoe zit het met de Belgische visserijsector ?
We zitten met een sterk verouderde vloot in Vlaanderen en er is vandaag nog te weinig initiatief tot vernieuwing. Er bestaat wel een verbetertraject, elk vaartuig wordt vandaag zowel ecologisch, economisch als sociaal opgevolgd, er wordt advies gegeven om te zien hoe de vloot kan verduurzamen. Vrijwel alle vaartuigen hebben zich hierbij geëngageerd om stappen vooruit te zetten. De sector blijft echter vrij conservatief. We kunnen een voorbeeld nemen aan Nederland dat zich de afgelopen vijftien jaar grondig heeft weten te vernieuwen.
Onze visverwerkende industrie lijkt het wel goed te doen…
Inderdaad, het is een redelijk dynamische sector die het vrij goed doet. Maar die sector hangt vandaag weinig af van de eigen visvangst.
Is de kwaliteit van de vis, van het eindproduct dat de Belgische consument op zijn bord krijgt ook verbeterd ?
Ongetwijfeld, er wordt steeds meer aandacht geschonken aan de kwaliteit. De infrastructuur aan boord, op de veiling als in de visverwerkende industrie is de afgelopen jaren nog sterk verbeterd, dat is zeker goed nieuws voor de eindconsument.
Heeft u nog een specifieke boodschap naar de Belgische visverwerkende industrie toe ?
Ik denk dat het “Belgische visverhaal” zeker zou aanslaan bij de consument. We voeren meer dan 50 soorten aan, het aanbod is dus zeer divers, het zou goed zijn mocht er nog meer aandacht zijn voor die diversiteit en voor soorten zoals onder andere schar, poon, wijting koningsvisje of pieterman. Hier kan de Belgische visverwerkende industrie misschien ook een positieve rol spelen.